Eén van de oudste cafés in de Utrechtse binnenstad. En ook nog eens uniek tussen alle feestcafés op de Nobelstraat. Waar de studenten kunnen stappen in de kroegen met harde muziek en veel bier is ‘t Pandje een oase van rust midden in het feestgeweld. Een ouderwets, bruin café met een rustige en gezellige sfeer. Wij spraken Ron Netto, mede-eigenaar.
“Wij zijn een café in de ouderwetse zin. We verkopen eigenlijk alleen drank, tosti’s en ballen gehakt, dat soort dingen. Dus geen hele maaltijden maar hapjes bij het bier. We zijn geopend van 9 uur ‘s avonds tot een uur of 3, 4 ’s nachts. Wij zijn rustiger qua sfeer vergeleken met de feestcafés hier in de straat. Geen harde muziek, maar meer zitplaatsen. Het is geschikt voor groepen die willen vergaderen of contact met elkaar willen hebben.”
“We bestaan al 60 jaar. Ik ben samen met mijn broer René de eigenaar. Hiervoor was het van onze ouders. Het bestaat al vanaf 1959 en onze ouders begonnen hier in 1965. We hebben het in principe dus gewoon overgenomen. We hebben heel weinig veranderd. Het is nog steeds in de geest van hoe mijn ouders het deden. Natuurlijk hebben we wel dingen vernieuwd maar het concept is altijd hetzelfde gebleven. Het is mooi dat het na al die tijd nog steeds werkt. Er komen veel studenten, maar ook oudere gasten omdat we al zo lang bestaan. Ook komen er veel mensen uit de horeca, die nog even ergens willen zitten.Onder jong en oud zijn we denk ik een begrip. We zijn een van de langstzittende cafés. Er zijn er maar een stuk of vijf die zou oud zijn als wij.”
Ik denk dat wij een van de weinige ‘volwassen’ cafés zijn in de straat.
Wat voegen jullie toe aan het Universiteitskwartier?
“Ik denk dat wij een van de weinige ‘volwassen’ cafés zijn in de straat. De rest is gewoon feestelijk en jonger, hier gaat het er iets volwassener aan toe door de sfeer. Een soort oase vind ik het altijd in de straat. Je merkt duidelijk het contrast met andere cafés. Daar is het vaak iets drukker dan hier. Door het feestelijke gedrag daar wordt er vaak ook harder gedronken. Soms komen mensen hier binnen en denken ze ‘hé wat is het hier saai.’ Dan draaien ze zich weer om want dit is niet waar ze naar op zoek zijn. Maar we hebben ook veel studentenverenigingen die hier maandelijks of wekelijks samenkomen en pubquizzes of kroegcolleges organiseren. Dat regelen ze helemaal zelf. Studenten hebben we zeker nodig. Dat is de grootste groep mensen in de stad die dagelijks drinkt. Ik koester ook de mensen van mijn eigen leeftijd, maar er zijn veel minder eigenaren. Vroeger waren we ook een verzamelplek van eigenaren die gewerkt hadden, maar tegenwoordig zet iedereen mensen neer.”
